Interview met Marije van Roekel

Lerend Netwerk midden- en bovenbouwleerkrachten
Thema: Vakoverstijgend taalonderwijs 

Waarom zijn jullie met dit Lerend Netwerk gestart? 

De deelnemers aan dit Lerend Netwerk zijn allemaal ambassadeurs binnen hun scholen op het gebied van begrijpend leesonderwijs. Het uitbouwen van hun kennis en expertise over hoe het begrijpend leesonderwijs kan worden versterkt én hierover uitwisselen met anderen, was wat hen verbond. Hoewel elke schoolcontext uniek was, kwamen de behoeften van de deelnemers sterk overeen. 

Waar hebben jullie in het eerste jaar aan gewerkt en wat heeft dit opgeleverd? 

Aan het begin van het eerste jaar hebben we de startpositie van elke deelnemer vastgelegd: wat gebeurt er al op school, en welke ontwikkelingen zijn in gang gezet op het gebied van begrijpend lees- en wereldoriëntatieonderwijs? Alle deelnemers zagen kansen voor integratie tussen deze domeinen. Een dergelijke integratie kan lucht in het curriculum brengen, terwijl het begrijpend leesonderwijs wordt versterkt door te werken met rijke teksten over onderwerpen waar leerlingen al mee bezig zijn. 

In de verkenningsfase hebben de deelnemers allemaal verschillende bronnen bekeken en deelden ze hun eyeopeners. Ze mochten hierbij ook een school bezoeken of een podcast kijken. Op basis van deze verkenning ontstond al vroeg de parapluterm vakoverstijgend taalonderwijs. Vervolgens bepaalde iedere deelnemer binnen dit thema een eigen route met een bijbehorende planning.  

Het doel voor het eerste jaar was om te beschrijven hoe deelnemende scholen, binnen hun eigen context, een bouwsteen van begrijpend lezen hebben verbeterd. Zie figuur 1 voor deze bouwstenen. Scholen die aan dezelfde bouwstenen van begrijpend lezen werkten, werden met elkaar gekoppeld. Door aan te sluiten bij de eigen context, waar ze ook daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen, merkten we dat we de intrinsieke motivatie van de deelnemers groot was. 

Figuur 1. De componenten van begrijpend lezen volgens complex views en hun onderlinge samenhang
(Van Gelderen, 2018)

De opbrengsten van het eerste jaar zijn tweeledig. Allereerst heeft dus visieontwikkeling van deelnemers plaatsgevonden op zowel het gebied van begrijpend lezen als vakoverstijgend taalonderwijs. Ten tweede is er voor iedere school een casusbeschrijving geschreven van hoe ze hebben gewerkt aan het verbeteren van hun vakoverstijgend taalonderwijs.

Hoe zijn jullie hier in het tweede jaar mee verder gegaan? 

In het tweede jaar lag de nadruk op schrijfonderwijs als belangrijk onderdeel van vakoverstijgend taalonderwijs. Hoe kan schrijven – naast lezen, kijken en praten (zie figuur 2) – worden geïntegreerd met andere vakinhouden, zodat ook op deze manier ruimte in het curriculum ontstaat? 

Figuur 2. Afbeelding uit presentatie Suzanne van Norden over vakoverstijgend taalonderwijs.

Aanvankelijk wilden de deelnemers dit vraagstuk op beleidsniveau aanpakken: hoe zet ik mijn team in beweging rondom dit thema? In gesprek concludeerden we echter dat directe controle hierop lastig was. Daarom besloten we eerst te focussen op zelf leren over schrijven als onderdeel van vakoverstijgend taalonderwijs, bijvoorbeeld door een concrete lesbeschrijving te ontwikkelen binnen een ander (zaak)vak. Vervolgens werd onderzocht wat hierin al goed ging, wat nog lastig was en welke volgende stappen nodig waren – zowel op individueel als team- of schoolniveau. 

De presentatie van Suzanne van Norden over schrijven binnen vakoverstijgend taalonderwijs, tijdens de tweede sessie, was een belangrijke katalysator. Het enthousiasme groeide en de energie keerde terug. Het uitwisselen van ervaringen met collega’s zorgde voor passie en inspiratie, wat hielp bij het zetten van stappen binnen de scholen. 

Wat heeft jullie Lerend Netwerk opgeleverd voor (de kinderen in) Almere? 

In het eerste jaar heeft het netwerk bijgedragen aan de visieontwikkeling op vakoverstijgend taalonderwijs op zeven scholen in Almere. Dit is vastgelegd in casusbeschrijvingen die ook andere scholen binnen én buiten Almere kunnen inspireren. 

In het tweede jaar lag de focus op didactische versterking. De deelnemers leerden doelen rondom schrijven en zaakvakken te integreren, wat zowel de schrijfvaardigheid als de kennis van leerlingen vergrootte. Bijvoorbeeld wanneer het in de klas gaat over mummies, dat kinderen niet twee werkbladen over mummies gaan maken, maar gewoon gaan schrijven over wat ze hebben geleerd en gezien. Of dat eerst vragen worden geïnventariseerd dat ieder daar een antwoord op formuleert. Voor dit jaar waren dit soort mogelijkheden voor integratie nog minder in beeld bij de deelnemers. 

Het zou waardevol zijn als de deelnemers van het Lerend Netwerk een groter podium krijgen, bijvoorbeeld binnen hun besturen. Zo zouden zij de ruimte kunnen krijgen om samen te sparren met collega’s die ook vakoverstijgend met taal aan de slag willen. Deze uitwisseling van ideeën kan niet alleen inspiratie bieden, maar ook helpen bij het begeleiden van andere leerkrachten in het ontwikkelen van vakoverstijgend taalonderwijs. Op deze manier draag je als bestuur ook meteen een visie op vakoverstijgend taalonderwijs uit. 

Hoewel de eerste stappen in visieontwikkeling op schoolniveau zijn gezet, liggen er op zowel school- als bestuursniveau nog kansen. Wellicht kan een nieuw Lerend Netwerk dit thema verder oppakken en bijdragen aan een sterkere positionering van vakoverstijgend taalonderwijs binnen beleid en praktijk. 

Hoe heeft het werken in een Lerend Netwerk aan deze opbrengsten bijgedragen? 

In beide jaren hielp de verkenningsfase, waarin de verschillende bronnen werden bekeken, ons om het doel en de concepten waar we ons op richtten helder te krijgen. Ook hielp de systematische werkwijze bij het gevoel van eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces. Zonder deze werkwijze waren we waarschijnlijk helemaal van de rails gegaan. Nu maakten we bijvoorbeeld heel bewust de koppeling tussen de theorie in de verkenningsfase en de praktijk in de uitvoeringsfase.  

Ook hebben we expliciet aandacht besteed aan hoe je het team meeneemt in de plannen die je maakt. Hoe kun je het klein houden? De eerste stap hierin was: Wie op school is ook met dit thema bezig en kan mede-ambassadeur worden? Hierdoor zijn mooie samenwerkingen binnen verschillende scholen ontstaan. Vanuit één school is in het tweede jaar zelfs een extra leerkracht bij het lerend netwerk aangesloten, waardoor ze nog makkelijker samen konden optrekken. 

Waar ben je het meest trots op? 

Op de groei in visieontwikkeling van de deelnemers. Vooral in het eerste jaar hebben ze hier grote stappen in gemaakt; het gehele netwerk was overtuigd van het belang van het vervangen van de term ‘begrijpend lezen’ door ‘vakoverstijgend taalonderwijs’. In het tweede jaar kwam hier de versterking van hun didactische expertise op het gebied van het integreren van schrijven in vakoverstijgend taalonderwijs bij. Ze hebben zich als taalprofessionals echt enorm ontwikkeld. 

Hoewel het lerend netwerk afgelopen zomer is gestopt, merk ik dat de connecties die zijn gelegd blijven bestaan. De app-groep is bijvoorbeeld nog actief en ook organiseren we dit jaar nog een gezamenlijke terugkomdag. Hopelijk zorgt dit ervoor dat de geleerde lessen worden geborgd en dat de deelnemers stappen blijven zetten in hun school.